Diversiteit en inclusie binnen HBO Verpleegkunde Genk vanuit het zorgcontinuüm
Studentenbegeleiding
Als school hebben wij de opdracht om voor elke student in kwaliteitsvolle en aangepaste begeleiding te voorzien. We hebben hierbij als vertrekbasis het zorgcontinuüm waarbij er 4 fasen van zorg beschreven worden. De fasen zijn evenwel niet strikt te scheiden want een brede basiszorg zal altijd verder gezet worden ook al is er verhoogde zorg nodig. In punt 2.6. volgt de concretere uitleg zoals wij de leerlingenbegeleiding organiseren in de opleiding. In de zorg voor studenten is samenwerking met het CLB en het leersteuncentrum (LSC) onontbeerlijk.
- Fase 1: brede basiszorg. Concreet wil dit zeggen dat het gehele team van medewerkers verantwoordelijk is voor de basiszorg van elke student. Dit komt praktisch gezien vooral tot uiting in de portretterende begeleidende klassenraad en de begeleidende klassenraad waar het
studieproces van de student onder de loep genomen wordt. - Fase 2: verhoogde zorg zal uitgerold worden wanneer blijkt dat de basiszorg onvoldoende is. Praktisch zal dit zich uiten door aanvullende ondersteuning van het studiecoachteam aan de studieloopbaanbegeleider of studenten.
- Fase 3: uitbreiding van zorg zal opgestart worden na overleg met moduleverantwoordelijke, coördinatoren en eventueel het CLB. Nog meer dan in de voorgaande fasen zal hier bekeken worden welke individuele ondersteuning nodig is. Vaak zal dit beschreven worden in een individueel aangepast traject (IAT).
- Fase 4: een individueel aangepast curriculum (IAC). Onder strikte voorwaarden kan beslist worden om voor de student een IAC op te stellen. Dit zal steeds gebeuren in samenwerking met het CLB en het leersteuncentrum verbonden aan onze opleiding.
Onze missie, visie en waarden
Je staat er niet alleen voor!
Tijdens de opleiding is er voortdurend ondersteuning en begeleiding voorzien. Intern krijgt deze vorm in de competentiecoaching, studieloopbaanbegeleiding en studentenondersteuning. Extern kan de student terecht bij het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB). De school zelf werkt ook samen met het CLB volgens concreet uitgewerkte samenwerkingsafspraken. Indien nodig gaan we op advies van het CLB ook steeds de samenwerking aan met het leersteuncentrum verbonden aan de school. De aandacht en ondersteuning voor de student is hierbij steeds prioritair.
- Studieloopbaanbegeleiding (SLB): Bij aanvang van een module krijgt iedere student een studieloopbaanbegeleider toegewezen. Op regelmatige tijdstippen zal de student contact hebben met zijn studieloopbaanbegeleider. Op die momenten staat de studievoortgang centraal, worden resultaten besproken, adviezen gegeven en het leertraject verder uitgezet. Mocht hij nood hebben aan een extra overleg dan kan hij altijd een afspraak maken met de SLB. Ook kan de SLB een extra bijeenkomst plannen.
- Studentenondersteuning (SO): Vertrouwenspersonen bij wie de student terechtkan als hij niet weet met wie hij zijn vraag, feedback, ... kan bespreken.
- Het studiecoachteam (SCT): Na verwijzing van de SLB nodigt het studiecoachteam de student uit voor een gesprek in kader van specifieke onderwijsbehoeften (SPOW).
- Samenwerking met het CLB: Indien de problemen van die aard zijn dat de SLB/studentenondersteuning onvoldoende kan helpen, kan hij de student doorverwijzen naar het CLB.
- Samenwerking leersteuncentrum (voorheen ondersteuningsnetwerk): Wanneer de student in het verleden een gemotiveerd verslag van het CLB had of ondersteuning kreeg vanuit het ondersteuningsnetwerk, kan hij dit verder aanvragen binnen de opleiding. Gelieve dit dan zo snel mogelijk kenbaar te maken zodat de juiste ondersteuning aangevraagd kan worden.
- Samenwerking met of verwijzing naar externe instanties: Indien de problemen van die aard zijn dat de SLB/studentenondersteuning onvoldoende kan helpen, kan hij de student doorverwijzen naar externe organisaties. Dit zal altijd in overleg gebeuren met de student.
- Ondersteuning voor anderstalige studenten: Studenten die niet in België geboren zijn, er geen basis of secundair onderwijs hebben gevolgd, kunnen gebruikmaken van taalondersteunende maatregelen. Zo kunnen zij in de 1ste en 2de module, na individuele toestemming, gebruik maken van een vertaalwoordenboek tijdens de competentietoetsingen. Verder wordt per student gekeken of extra ondersteunende maatregelen aangewezen zijn.
Waar gaan we voor?
Wij vertrekken vanuit de competenties die nodig zijn om optimaal te kunnen functioneren als basisverpleegkundige. Hiervoor bieden wij een gedifferentieerd onderwijsaanbod aan.
Wij staan in nauw contact met het werkveld om de kwaliteit van onze opleiding te kunnen blijven garanderen. We zetten sterk in op de opleiding van onze studenten en zijn zelf ook een lerende organisatie. Daarom vinden wij het belangrijk dat onze medewerkers alle kansen krijgen om zich voortdurend te professionaliseren zowel op verpleegtechnisch als op didactisch vlak.